Vroeger was het de gewoonte om één reeks productgradatie- of schermanalysecurven te beschouwen als geschikt om de producten van zowel primaire (niet-gezeefde) als secundaire (gezeefde) voeders weer te geven, waarbij geen rekening werd gehouden met het ondermaatse materiaal dat altijd aanwezig is. tot op zekere hoogte in materialen uit steengroeven en mijnen.De gemiddelde steengroeve produceert niet zoveel op dit ondermaatse gesteente als de gemiddelde mijn, maar de gebruikelijke praktijk bij mijnbouwactiviteiten is om het grootste deel van het ondermaatse gesteente vóór de primaire breker af te scalperen. Een kaakbreker wordt bijvoorbeeld meestal als primaire breker gebruikt.